Sancties niet-naleving van de precontractuele informatieverplichtingen

15 maart 2023 Door: Cerena de Vries

In een eerder blog zijn de precontractuele informatieverplichtingen bij consumentenkoop op afstand behandeld. Deze informatieverplichtingen gelden wanneer u een overeenkomst aangaat met een consument die zich niet in verkoopruimte bevindt. Dit klinkt misschien wat vaag, maar het betekent eigenlijk gewoon dat de consument en de verkoper niet fysiek samen zijn op het moment dat de overeenkomst wordt aangegaan. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de verkoop via een webshop verloopt, wanneer de overeenkomst telefonisch gesloten wordt of wanneer de overeenkomst online ondertekend wordt op een later moment. Het is dan dus heel belangrijk dat de consument goed weet welke overeenkomst hij/zij aan gaat en wat daarbij komt kijken. De reden dat de informatie verplichting wanneer de consument op afstand is strenger is dan wanneer de consument en handelaar zich in een ruimte bevinden, is omdat dat deze informatie in mindere mate blijkt uit de context (een product kan bijvoorbeeld niet vastgehouden en bekeken worden door de consument). Daarom zijn de informatieverplichtingen van artikel 6:230m en 6:230v Burgerlijk Wetboek door de wetgever opgesteld om consumenten te beschermen.

Ambtshalve toetsing door de rechter

Om de burger goed te beschermen kan de rechter deze plichten ambtshalve toetsen. Dit wil zeggen dat de rechter uit eigen beweging na gaat of u aan de verplichtingen heeft voldaan. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer u een vordering instelt tegen een consument die niet betaald heeft. De rechter zal dan op eigen initiatief (dus ook indien de consument zich daar niet op beroept) kunnen gaan controleren of de overeenkomst wel gesloten is op een correcte manier zodat de consument alle informatie ter beschikking had die essentieel is voor de wilsvorming.

Sancties en verschillende informatie

Wanneer de rechter de verplichtingen toetst en er vervolgens achter komt dat er niet aan bepaalde verplichtingen is voldaan, kan de rechter hier sancties aan verbinden. De Hoge Raad heeft in 2021 duidelijkheid geschept over welke rechtsgevolgen en sancties er zijn bij niet naleving door allereerst onderscheid te maken tussen:

  • Schending van informatieplichten waaraan de wet bij niet-naleving specifieke rechtsgevolgen verbindt;
  • Schending van essentiële informatieplichten;
  • Schending van overige informatieplichten.

Er zijn dus allereerst verschillende informatieverplichtingen waaraan specifieke sancties zijn verbonden wanneer deze niet worden nageleefd. Dit gaat om informatie over het ontbindingsrecht, de kosten van terugzending, de betalingsverplichting, de bijkomende kosten en de mogelijke verschuldigdheid van redelijke kosten in bepaalde gevallen. Wanneer deze informatieverplichting op deze punten geschonden wordt, dan is de sanctie die daarop volgt dus bepaalt bij wet. Bijvoorbeeld bij het ontbreken van informatie over het ontbindingsrecht wordt o.a. de ontbindingstermijn verlengd.

Indien er een ernstige schending van een of meer essentiële informatieplichten (waar geen specifieke sanctie bij wet aan verbonden is), dan kan de rechter op grond van het Burgerlijk Wetboek de overeenkomst geheel of gedeeltelijk vernietigen. Er is dan namelijk sprake van oneerlijke handelspraktijk, omdat de consument niet alle informatie heeft gekregen die belangrijk is voor de wilsvorming. Wanneer een overeenkomst dan dus gedeeltelijk vernietigd wordt, betekent dit bijvoorbeeld dat de rechter het bedrag wat u kunt eisen vermindert met 25%.

Als essentiële informatie is onder andere aan te merken informatie over de handelaar (naam, adres, telefoonnummer e.d.), de voornaamste kenmerken van de zaak/dienst en de totale prijs van de zaak/dienst.

Voor de overige informatieverplichtingen heeft de Hoge Raad bepaalt dat er geen sprake is van ambtshalve toetsing of ambtshalve toepassing van een sanctie door de rechter. De consument, belangenorganisaties of publieke toezichthouders moet zelf aangeven dat deze informatieverplichtingen zijn geschonden en aangeven welke gevolgen de rechter daaraan moet verbinden.