De Wet Opheffing Verpandingsverboden: en Nu?
26 maart 2025 Door: Cerena de Vries
Op 4 maart 2025 heeft de eerste Kamer ingestemd met een nieuwe wet die een belangrijke verandering teweegbrengt in de manier waarop bedrijven hun openstaande facturen kunnen gebruiken. Waar bedrijven voorheen beperkt konden worden in het overdragen of verpanden van zakelijke geldvorderingen, is dit voor bepaalde contractspartijen door de Wet opheffing verpandingsverboden niet meer mogelijk. Er zijn echter enkele uitzonderingen, met name om de stabiliteit van het financiële systeem te waarborgen.
Wat verandert er precies?
Veel bedrijven nemen in hun contracten of algemene voorwaarden op dat een wederpartij haar vorderingen niet mogen overgedragen of verpanden. Bedrijven willen hiermee voorkomen zij geconfronteerd worden met incassomaatregelen door een schuldeiser waar ze geen commerciële relatie mee hebben. Dit betekent dat een leverancier zijn openstaande facturen niet kan verkopen aan een factoringmaatschappij of als onderpand kan gebruiken bij een bank. Voor kleine en middelgrote bedrijven kan dit een probleem zijn, omdat zij hierdoor minder financieringsmogelijkheden hebben. De nieuwe wet maakt een einde aan deze beperking: zakelijke vorderingen mogen voortaan altijd worden overgedragen of verpand, ongeacht wat er in een contract staat. Een contractuele bepaling die dit verbiedt, is voortaan ongeldig (3:83 BW).
Wat betekent deze Wet opheffing verpandingsverboden voor ondernemers?
Voor ondernemers betekent deze verandering dat ze makkelijker financiering kunnen krijgen. Factoring wordt toegankelijker, en banken kunnen sneller leningen verstrekken op basis van uitstaande vorderingen. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn voor bedrijven met veel klanten die pas na 30 of 60 dagen betalen. In plaats van te wachten op betalingen, kunnen deze facturen nu sneller als zekerheid dienen voor een krediet. Dit verbetert de liquiditeitspositie van bedrijven.
Aan de andere kant kunnen bedrijven nu te maken krijgen met nieuwe schuldeisers, als hun klanten hun vorderingen overdragen zonder dat dit vooraf duidelijk was. Dit kan extra administratieve lasten met zich meebrengen, zoals het bijhouden van nieuwe betalingsgegevens. Om deze reden introduceert de wet een schriftelijke mededelingsplicht: als een vordering wordt overgedragen of verpand, moet dit schriftelijk aan de debiteur worden gemeld. Tot die tijd mag de debiteur nog bevrijdend aan de oorspronkelijke schuldeiser betalen (3:94 BW).
Zijn er uitzonderingen op de Wet?
Ja, niet alle geldvorderingen vallen onder de nieuwe regels. In bepaalde situaties blijft een overdrachts- of verpandingsverbod wel toegestaan. Dit geldt bijvoorbeeld voor:
- Bankrekeningen en spaarrekeningen: Een bank moet zeker weten wie de rechthebbende is van een rekening en wil voorkomen dat saldo’s zomaar overdraagbaar zijn.
- Gesyndiceerde leningen: Dit zijn leningen waarbij meerdere kredietverstrekkers betrokken zijn. Hier geldt vaak dat een lening alleen mag worden overgedragen met toestemming van de schuldenaar, om de stabiliteit van financiële afspraken te waarborgen.
- Clearinginstellingen en centrale banken: Financiële instellingen zoals clearinginstellingen verwerken grote hoeveelheden transacties. Als overdracht en verpanding zonder beperkingen zou plaatsvinden, kan dit de verwerking van transacties bemoeilijken.
- Belastingrekeningen (g-rekeningen): Dit zijn geblokkeerde rekeningen die specifiek bedoeld zijn voor het betalen van loonheffingen en btw. Om misbruik te voorkomen, blijven deze rekeningen niet overdraagbaar (3:83 BW).
Overgangsrecht voor bestaande verpandingsverboden
De wet geldt niet alleen voor nieuwe contracten, maar ook voor bestaande overeenkomsten. Bedrijven krijgen echter drie maanden na de inwerkingtreding van de wet de tijd om zich aan te passen. Na deze periode zijn beperkende afspraken over de overdraagbaarheid of verpandbaarheid van vorderingen niet meer geldig, ook niet in bestaande overeenkomsten die gesloten zijn voor inwerkingtreding van de wet. Het is nog onbekend wanneer deze wet in werking zal gaan.
Conclusie
Voor veel ondernemers is deze Wet opheffing verpandingsverboden een positieve ontwikkeling: het wordt makkelijker om financiering te krijgen en flexibeler om met openstaande vorderingen om te gaan. Tegelijkertijd brengt het ook nieuwe administratieve aandachtspunten met zich mee. Bedrijven doen er goed aan om hun contracten en interne processen hierop aan te passen, zodat zij optimaal kunnen profiteren van de nieuwe mogelijkheden.
Meer blogs…
De Regelrechter: Experiment voor Sneller en Toegankelijker Recht
16 april 2025 Door: Cerena de Vries
De Wet Opheffing Verpandingsverboden: en Nu?
26 maart 2025 Door: Cerena de Vries