Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA)

18 februari 2021 Door: Ruben Groeneveld

Wanneer een onderneming op de rand van faillissement staat door hoge schulden, maar nog wel levensvatbare bedrijfsactiviteiten heeft, kan gekozen worden om de schulden te herstructureren. Door de nieuwe Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) kan dat nu gemakkelijker en buiten een insolventieprocedure gebeuren.

Herstructurering

Bij een herstructurering van schulden spreekt de schuldenaar bijvoorbeeld met zijn schuldeisers af dat niet de gehele vordering betaald wordt, of dat de betaling later dan afgesproken zal plaatsvinden. Ook kan ervoor worden gekozen om de schuld om te zetten in aandelen of certificaten. Herstructurering van schulden is vooral interessant voor bedrijven die nog wel levensvatbaar zijn, maar hun schulden niet meer kunnen betalen.

Dwangakkoord

Tot 1 januari 2021 kon herstructurering buiten een insolventieprocedure alleen plaatsvinden wanneer alle betrokken schuldeisers daarmee akkoord waren. Alleen tijdens een faillissement of de surseance van betaling van de schuldenaar konden schuldeisers die het niet eens waren met de herstructurering door de rechter aan een akkoord gebonden worden (dwangakkoord). Aan een insolventieprocedure kleven echter de nodige nadelen. Zo krijgt de onderneming een slechte naam en kan het gebeuren dat leveranciers en relaties de samenwerking stopzetten. Op die manier verliest de onderneming waarde waardoor deze mogelijk alsnog niet meer levensvatbaar is.

De WHOA

Om levensvatbare ondernemingen die niet meer aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen te helpen is op 1 januari 2021 de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) in werking getreden. De WHOA is opgenomen in de faillissementswet en stelt de rechter er toe in staat om buiten een insolventieprocedure een herstructureringsakkoord te homologeren (goed te keuren), oftewel voor alle betrokken schuldeisers verbindend te maken. Hiertoe behoren dus ook de schuldeisers die niet het niet met het akkoord eens zijn. Door de WHOA worden de negatieve gevolgen van een insolventieprocedure afgewend. Daarnaast moet deze wet de herstructurering sneller en efficiënter laten verlopen.

Het WHOA-traject

De WHOA is erg flexibel. De schuldenaar mag bijvoorbeeld zelf bepalen hoe hij het akkoord vormgeeft en aan wie hij het akkoord aanbiedt. Ook de wijze waarop de herstructurering plaats zal vinden is de keuze van de schuldenaar.

Het WHOA-traject begint met een beroep op de WHOA. Dit beroep moet gerechtvaardigd zijn. Dit betekent dat de onderneming in een toestand moet verkeren waarin het redelijkerwijs aannemelijk is dat hij insolvent zal raken. Het initiatief tot het opzetten van de procedure kan zowel bij de onderneming zelf als bij de schuldeisers, aandeelhouders of de ondernemingsraad liggen.

De volgende stap is de startverklaring en de keuze voor een besloten of een openbare procedure. Vervolgens gaat de schuldenaar het akkoord voorbereiden. De rechter kan een zogenaamde herstructureringsdeskundige aanstellen om dit voor de schuldenaar te doen. Dit kan op verzoek van de schuldenaar zelf, maar ook op verzoek van iedere schuldeiser, aandeelhouder of de ondernemingsraad. Dit verzoek wordt in beginsel toegewezen als een faillissement dreigt voor de schuldenaar.

Tijdens de voorbereiding van het akkoord kan daarnaast een observator worden benoemd. Dit kan op verzoek van de schuldenaar, de herstructureringsdeskundige of op verzoek van de rechter zelf. De observator ‘observeert’ de voorbereiding van het akkoord en houdt daarbij de belangen van de schuldeisers en aandeelhouders in het achterhoofd. De observator informeert de rechter wanneer hij ziet dat deze belangen worden geschaad, of wanneer hij van mening is dat het akkoord niet zal slagen. De rechter kan op basis daarvan ingrijpen.

Als het akkoord klaar is, is het tijd voor de stemming. De stemming gebeurt in ‘klassen’ van schuldeisers en aandeelhouders. Deze ‘klassen’ worden in het akkoord gespecificeerd. Een ‘klasse’ stemt in wanneer de stemmen vóór het akkoord ten minste twee derde van het totale bedrag aan vorderingen uit die klasse vertegenwoordigen. Voor aandeelhouders geldt de eis van twee derde van het geplaatst kapitaal.

Als voor het akkoord is gestemd, volgt later op een zitting van de rechtbank de homologatie van het akkoord. De homologatie is mogelijk wanneer ten minste één ‘klasse’ van schuldeisers of aandeelhouders met het akkoord heeft ingestemd. Het gevolg daarvan is dat het akkoord verbindend is voor alle schuldeisers en aandeelhouders die gerechtigd waren om over het akkoord te stemmen.